Wat is NAH?
Een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) is een hersenletsel ten gevolge van bijvoorbeeld een beroerte, hersenbloeding, ongeval, zuurstofgebrek, infectie of een hersentumor. Een niet-aangeboren hersenletsel leidt voor een persoon met NAH meestal tot een onomkeerbare breuk in zijn of haar levenslijn. Daarom is het belang van hulpverlening groot.
Gevolgen van NAH
De gevolgen kunnen zeer uiteenlopend zijn, gaande van lichte tot zeer ernstige beperkingen. Hoe erg de gevolgen zijn hangt samen met de aard, de omvang en de plaats van het letsel. We kunnen de gevolgen opdelen in zichtbare en onzichtbare gevolgen. De zichtbare gevolgen vallen sneller op. Zo kan er sprake zijn van nood aan hulpmiddelen zoals een rolstoel, evenwichtsproblemen, verlammingen of spraakproblemen. De onzichtbare gevolgen zijn voor velen moeilijker te bevatten, ook voor de persoon met NAH zelf. Vele moeilijkheden komen meestal zelfs pas later aan het licht, bij hervatten van dagelijkse activiteiten. We kunnen deze gevolgen bundelen onder cognitieve, gedragsmatige of emotionele moeilijkheden. Denk bijvoorbeeld aan vermoeidheid, concentratieproblemen, prikkelgevoeligheid of angststoornissen.
Om een goed begrip te krijgen van de gevolgen van jouw hersenletsel (of de persoon uit jouw omgeving), adviseren we om de juiste specialisten te contacteren zoals onder andere een neuroloog, revalidatie-arts of neuropsycholoog.
Enkele voorbeelden van onzichtbare gevolgen
- Vermoeidheid: de overgrote meerderheid van de personen met NAH heeft klachten van vermoeidheid (anders dan door slaaptekort).
- Cognitieve gevolgen Zoals stoornissen in aandacht, geheugen of moeilijkheden met plannen en uitvoeren van taken. Traagheid in denken en doen is een andere veelgehoorde klacht.
- Communicatieve en sociale vaardigheden Naast spraakproblemen hebben veel personen met NAH ook problemen om te communiceren met taal, bijvoorbeeld moeilijk op het juiste woord komen. Het kan na hersenschade moeilijk zijn om de draad van een gesprek te volgen of de juiste reacties op situaties te tonen. Hierdoor kunnen er ook moeilijkheden komen in sociale omgang.
- Gedrag Mogelijke gedragsveranderingen na hersenschade kunnen zijn: controleverlies, weinig initiatief of juist hyperactief, moeilijk leren uit ervaringen of impulsief reageren.